Glühwein

De hele koelkast leeg! Nu moet ik wel naar de supermarkt om van alles aan te vullen.
Het wordt een flinke hoeveelheid levensmiddelen en vooruit, ik voeg er ‘n fles Glühwein aan toe, om mezelf te verwennen. Terwijl ik alles op de lopende band leg, zie ik dat een man met maar een paar boodschappen in zijn handen achter mij is komen staan. “U mag best voorgaan”, bied ik aan. Maar hij schudt van nee, hij wacht wel op zijn beurt. Als ik waarderend lach, voegt hij eraan toe:
“Het is mijn voornemen voor het nieuwe jaar.”
“Om vriendelijk te zijn?”
“Nee, om geen haast te hebben”.

Terwijl de lopende band richting kassa glijdt, ontstaat er tussen ons een kort gesprek over het feit dat veel mensen gehaast zijn en toch misschien helemaal geen haast hebben. Ik denk bij mezelf dat ik af en toe ook bij die mensen hoor …. en neem mij voor om ook mijn leven te beteren.

Op de terugweg naar mijn huis, ter hoogte van de DA-drogist, hoor ik achter mij een man stevig vloeken. Ik draai mij even om en zie een oudere man kwaad om zich heen kijken.
“Is er iets, meneer? Ik hoor u helemaal in uw eentje vloeken. Ik heb een vriend die dat ook wel eens doet en ik verbaas mij er altijd over dat iemand vloekt zonder dat er naar hem geluisterd wordt”.
De man vertelt mij dat hij bij de apotheek iets voor zijn vrouw moest kopen, maar niet precies wist wat en hij had geen duidelijk advies gekregen. Nu was het de vraag of hij het juiste product had gekocht en dat kon hij niet uitstaan. “Op de verpakking en op de bijsluiter zal toch wel staan waar het precies voor is”, probeer ik hem gerust te stellen.
De man vertelt mij dat hij 90 jaar is en zijn vrouw een paar jaar jonger. Hij loopt op een mooie zwarte auto af die op een invalidenplek staat. “U rijdt nog auto, dat is fijn!” is mijn slotopmerking en hij beaamt het trots.

Even later loop ik door het Mozartparkje, dat nat, koud en helemaal verlaten is.

Achter mij hoor ik een stevig, onregelmatig geluid en ik kijk nieuwsgierig achterom.
Weer zie ik een oudere man achter mij. Hij loopt met een stok, maar onhandig, het getik klinkt niet bepaald ritmisch. “De stok is van mijn vrouw, ik heb er geen nodig”, informeert hij mij. Waarom hij ermee loopt is mij niet helemaal duidelijk, maar veel energie om weer met een vreemde man te praten, heb ik niet meer. We lopen naast elkaar naar de ingangsdeur bij de garage; hij blijkt ook in De Componist te wonen.

Thuisgekomen pak ik eerst de fles Glühwein uit mijn tas, verwarm een flinke hoeveelheid en even later geniet ik van een heerlijk glas hete wijn. Dat heb ik wel verdiend, na drie mannen in één uur.

Mia Meijer, 4 januari 2024