Scootertje
Nou ja! Scootertje, zeg maar gerust een Scooter.
Het zou wat overdreven zijn om de Heinkel scooter de Rolls Royce onder de scooters te noemen maar het was wel een zusje of een broertje, zo je wilt, van de Heinkel vliegtuigen.

Ernst Heinkel (nee geen halfbroer of zoiets) richtte in 1922 de Heinkel –Flugzeugwerke in Warnemunde Rostock op. En ging vanaf ongeveer 1950 scooters bouwen.
Het waren ietwat lompe, hoekige verschijningen met een grote buddyseat. Achterop zat een groot achterlicht in de vorm van een soort vleugel met geïntegreerde richtingaanwijzers.
Via de dochter van een bevriende familie van mijn ouders, die bij de Rijkspolitie in Harderwijk werkte, kon ik een puntgaaf exemplaar overnemen. De dochter reed er dagelijks mee van Nunspeet naar Harderwijk v.v. Maar bij een beetje zijwind kon ze “het ding” bijna niet op de weg houden want hij was behoorlijk zwaar en zijwindgevoelig . Ik bedoel natuurlijk die Heinkel en niet die dochter.
Tja, en dan moet je natuurlijk je motorrijbewijs gaan halen. In die tijd kreeg je dan nog een zogenaamd proefgebied aangewezen waarin je naar hartenlust mocht oefenen. Bovendien moest je dan een blauw LES bordje aanschaffen en aan je kenteken vastmaken. Maar ja, dan kon ik dus niet naar mijn verloofde, die natuurlijk net buiten het oefengebied woonde. Dus, op het gevaar af een keer staande gehouden te worden door een overijverige veldwachter, besloot ik dat blauwe bordje maar niet te monteren.
Ik oefende er lustig op los, al of niet met mijn meissie achter op de buddyseat. En natuurlijk stak ik bij het veranderen van mijn rijrichting niet mijn hand uit, maar gebruikte de geïntegreerde richtingaanwijzers. Ik had ze toch niet voor niets. 3 Maanden lang werd ik niet aangehouden. Ik gedroeg me dan ook keurig.
Op de dag van het rijexamen kreeg ik van de examinator echter te horen, dat de lichtjes van de richtingaanwijzer te dicht bij elkaar zaten en dus niet mochten worden gebruikt. Ik moest dus weer mijn handen gebruiken bij het richting veranderen.
Vol enthousiasme en volledig overtuigd van mijn stuurmanskunsten vertrok ik bij het CBR. Volgens instructies van de examinator moest ik eerst tweemaal rechts en daarna links. Keurig stak ik mijn rechterhand tweemaal uit en daarna mijn linker.
Bij terugkomst was de examinator tevreden over mijn rijkunsten maar er klonk een maar. Het zal toch niet waar zijn, dacht ik, dat ik toch gezakt ben en nog een paar maanden door moet “oefenen”.
Nee, zei de allervriendelijkste man. “U bent wel geslaagd maar als u linksaf gaat moet u niet ook u rechterrichtingaanwijzer aanzetten. Dat leidt al snel tot ongelukken. Ik vergeef het u want vanaf vandaag gaat u waarschijnlijk gewoon weer de geïntegreerde richtingaanwijzers gebruiken”. Door de laagstaande zon had ik te laat gemerkt dat op het kleine dashboard het lampje van de richtingaanwijzer knipperde.
De man had gelijk en een paar dagen later kon ik de A op mijn rijbewijs laten bijschrijven.
Een week later werd ik buiten het proefgebied voor een routinecontrole aangehouden door een overijverige veldwachter, maar alles was in orde en hij zei niets over mijn gebruik van die richtingaanwijzers.
Ernst
17 augustus 2025